Henrieke Grandia is kerkelijk werker in een PKN-kerk en schrijver. Haar roman Retour afzender gaat over grote thema’s: diepe liefde en verwijdering, lijden en schuld, onvermogen en hoop. Schrijven is haar passie, een nieuwe roman borrelt alweer op in haar hoofd. Samen met haar man Herman woont ze in een kleurrijk huis, waar ruimte is voor dieren en waar mensen altijd welkom zijn.
Wat heb je meegekregen van je ouders?
‘Er zijn me veel mooie dingen met de paplepel ingegoten. Onder andere mijn liefde voor dieren, taal en schrijven. Maar het belangrijkste is dat me geleerd is God te zoeken. Als je God zoekt, dan zul je Hem vinden, daarvan was ik me al jong bewust. Dus ik bad elke avond om een nieuw hartje. Soms ging ik zelfs m’n bed uit om opnieuw op mijn knietjes te gaan om het nog eens te vragen. Gelukkig vond ik Hem al jong. Of beter gezegd: Hij vond mij. Toen ik vijf was, had ik een bijzondere droom over de wederkomst, die diepe indruk op me maakte. God zei daarin dat ik met Hem mee mocht.’
Is je geloof altijd zo sterk gebleven?
‘Ik weet dat God er is. Dat besef is er altijd geweest. Dat wil niet zeggen dat ik altijd weet welke kant Hij met me op wil, dat ik overal antwoord op heb. Mijn hoofd bruist van ideeën voor pastoraat en jeugdwerk in de kerk, maar ook voor het schrijven van nieuwe boeken. Mijn hoofd voelt soms als een trechter waar van alles in gegooid wordt. Maar het kan er niet uit, omdat mijn pijn me blokkeert in mijn functioneren.
Natuurlijk heb ik God vaak gevraagd de pijn weg te halen. Maar dat gebed is open. Ik wil het in Zijn handen leggen. Hij ziet veel meer dan ik zien of bedenken kan. Daarom bid ik om genezing óf om hulp om het uit te houden. Bidden kan niet zonder danken. Alleen dan zie je hoe ontzettend veel God geeft. God weet precies wat een mens nodig heeft. Voor mij is Hij verweven met alles. Als ik bid, ga ik daar lang niet altijd voor zitten. Praten met Hem doe ik vaak tussendoor of in gedachten. Het is zoiets als ademhalen; het gaat vanzelf.’
Had je nog meer dromen als kind?
‘Van jongs af aan wilde ik moeder worden, het liefst van tien kinderen. Ik was dolblij toen ik nog een zusje kreeg toen ik negen was. Ik besefte dat kinderen krijgen niet vanzelfsprekend was. Dus ik bedacht al jong dat ik ook kinderen kon adopteren. Voor mijn man en mij was het vrij snel helder dat we niet zomaar kinderen zouden kunnen krijgen. Het viel me zwaar dat adoptie lastiger bleek dan gedacht. Wel mochten we tien jaar intensief zorgen voor kinderen met een rugzakje. Verdrietig genoeg is die zorg ongewild gestopt. Kinderen van wie je houdt loslaten, is moeilijk. Ze zitten in mijn hart. Maar er zijn meer kinderen die ons leven kleur geven. Het klinkt misschien gek, maar ik voel me wel moeder.’
Hoe ga je met die teleurstellingen om?
‘Ik heb veel met Job. Hij kan dingen zo krachtig verwoorden. Hij spreekt zich bouder uit dan ik aanvankelijk durfde. Toch is er geen moment dat God antwoordt: ‘Foei, Job, wat je nu zegt…’ Die zoektocht naar God is een thema in mijn boek. Dat je tegen God alles mag zeggen, Hem zelfs dingen voor de voeten mag gooien. Daar rust in de christelijke cultuur nog te veel taboe op. Daarom koos ik ervoor de hoofdpersoon brieven te laten schrijven aan God.’
Droomde je altijd al van het schrijverschap?
‘Op de basisschool schreef ik al. Schrijven is iets wat ik moet doen, in mij zitten woorden en zinnen die een uitweg zoeken. In mijn werk maar ook om me heen kom ik zo veel tegen. Wat me altijd weer treft, is dat zo weinig mensen zich ervan bewust zijn dat ieder mens een verhaal heeft. De wereld zou zo veel mooier zijn als mensen zich meer zouden inleven in anderen. Het is soms moeilijk andermans keuzes te begrijpen. Dat geldt ook voor mij. Pas als je echt luistert, kun je je oordeel loslaten. Dat is waarom ik schrijven wil. Begrip vragen voor en een stem geven aan mensen in nood.’
Tekst: © Elisabethbode (Jacomine Oosterhoff)
De Elisabethbode is een magazine dat ingaat op actuele geloofs- en levensvragen van mensen van vandaag. Het biedt op persoonlijke manier bemoediging en steun vanuit het christelijk geloof. Dat gebeurt in een gevarieerde mix met verhalen van mensen over hoe zij het geloof vertalen naar hun dagelijks leven, met informatieve achtergrondartikelen en reportages over relevante thema’s, een pastorale vragenrubriek, herkenbare columns en gedichten. Er is ook volop plaats voor schitterende natuurfotografie, kunst, humor, psychologie en duurzaam leven. Het magazine richt zich op iedereen vanaf 50 jaar. Bent u nog geen abonnee? Bekijk dan onze abonnementen en word lid!