Midden in de nacht gaat er soms van alles door je hoofd. Gedachten aan geliefden bijvoorbeeld. En als we aan hen denken, komt er als vanzelf een (stil) gebed: Heer, wees hun nabij, U weet wat zij nodig hebben. Soms zijn de stilste uren van de nacht juist de momenten waarop gedachten en gebeden het dichtst bij elkaar komen. In dit ontroerende gedicht verwoordt André F. Troost die stille overgave en het vertrouwen dat er Licht is, ook in het donker.
Midden in de nacht
MIDDEN IN DE NACHT Als ik, midden in de nacht, niet kan slapen en maar wacht tot de duisternis verdwijnt en het morgenlicht verschijnt, denk ik aan van alles wat omgaat in mijn hoofd en hart, maar het meest denk ik aan hen voor wie ik op aarde ben. Aan geliefden denk ik dan, jong nog, oud al, vrouw of man; en ik bid: Wees hun nabij, dat zij leven, vrij en blij. Slechts hun namen, één voor één, noem ik dan - want U alleen, U weet zelf wat in hen leeft en wat ieder nodig heeft. Langzaam slaap ik biddend in en ontwaak: een nieuw begin - dankbaar dat U bij ons bent en ook mij bij name kent. Als ik, midden in de nacht, niet kan slapen, God, dan lacht - ook al ben ik nog steeds moe - mij uw Naam als zonlicht toe. André F. Troost
In de stilte van de nacht ontdekken we vaak opnieuw dat we niet alleen zijn. God waakt, ook wanneer wij wakker liggen en Zijn licht breekt telkens weer door, in de morgen én in ons hart.
Wil je meer bemoedigende en geloofsopbouwende gedichten, interviews, artikelen en themaverhalen lezen, word dan nu lid van Elisabeth en ontvang nu tijdelijk het boek Tien vrouwen uit de Bijbel gratis! Kijk hier voor een abonnement.
