Het verwerken van een echtscheiding is net als het beklimmen van een wenteltrap. Je komt telkens een stapje verder, maar onwillekeurig kijk je geregeld naar beneden. Dan komen ook de pijn en het verdriet naar boven. Dat is niet gek. Je hebt veel voor je kiezen gekregen. Maar als je vervolgens weer een stap zet, ben je wel weer een trede verder.
Tekst Monique Boom, Beeld: Elisabeth Ismail
Marian Leenman spreekt graag in metaforen. Het is een manier om het enorme leed dat bij echtscheiding om de hoek komt kijken, te benoemen. Zowel voor haarzelf als voor de cliënten en cursisten die hun leven weer proberen op te pakken na een echtscheiding. Marian spreekt ook voorzichtig over haar eigen verdriet dat ze ondervond bij haar echtscheiding, nu zo’n twaalf jaar geleden. Ze wil niet de loyaliteit van haar drie volwassen kinderen aan hun vader in de weg staan en ze wil rechtdoen aan alle betrokkenen. Tegelijk wil ze wel eerlijk zijn, want niets is zo cruciaal in de hulpverlening als begrip en (h)erkenning. Daarom schreef ze ook – samen met Anje Slootweg – het echtscheidingsverwerkingsboek Leven met scherven. Ze wil graag lezers, vooral vrouwen, verder helpen die het niet meer weten, hen bemoedigen en hen aansporen verder te gaan met hun leven.
Balanceren
Maar een interview afspreken met Marian valt niet mee. Ze is meestal on the move. ,,Ik kom net bij een vrouwenontbijt vandaan en heb straks een begrafenis.” Een drukke dag, maar dat is Marian Leenman ten voeten uit: balanceren tussen verschillende verantwoordelijkheden, maar heel doelgericht, om een ander verder te helpen. Naast haar werk voor Stichting Schuilplaats (zie kader) bezoekt ze via een zendingsorganisatie af en toe zo’n dertig huisgemeenten op Cuba, waar ze samen met andere vrijwilligers bijvoorbeeld bijbels uitdeelt en aan christenartsen niet-gebruikte medicijnen en verbandmiddelen geeft. Ook heeft ze in Nederland vrijwilligerswerk gedaan onder gedetineerden, dak- en thuislozen en verslaafden. Mensen die zich soms aan de zelfkant van de samenleving bevinden.
Waarom raken deze mensen jou?
,,Het zijn vaak de mensen die veroordeeld worden door de rest van de maatschappij.
Omdat ze hun zaakjes niet op orde hebben, labiel zijn, overlast veroorzaken of
noem maar op. Johannes 3:17 spreekt mij in dat geval erg aan: ‘God heeft Zijn
Zoon niet in de wereld gezonden opdat Hij de wereld zou veroordelen,
maar opdat de wereld door Hem behouden
zou worden.’ God plaatst niet in hokjes, maar reikt iedereen de reddende hand.
Ik heb altijd een diep verlangen gevoeld om van betekenis te zijn voor anderen.
We hebben allemaal Gods hulp nodig.”
Kettingbotsing
Voor jou brak die dag aan in 2005, toen je
man je verliet voor een andere vrouw.
,,Alsof je in een kettingbotsing belandt en je auto in
de kreukels ligt. Je zekerheid dat je bij elkaar blijft totdat de dood je
scheidt, ligt aan gruzelementen. Maar voordat ik daadwerkelijk mijn handtekening
op de echtscheidingspapieren zette, bad ik heel hard om herstel. En toen dat
niet gebeurde, worstelde ik daarna nog heel lang met God. Omdat ik nog van mijn
man hield, omdat ik onze kinderen het verdriet niet wilde aandoen en hun een
thuis wilde bieden, omdat ik niet wilde dat satans aanval op ons gezin zou
lukken. Uiteindelijk kwam ik erachter dat ik met mijn gebeden God voor mijn
karretje wilde spannen. Ik moest leren onrecht te verdragen om anderen tot
steun te kunnen zijn.”
Zo breng je het alsof God jouw lijden wil. Je
worsteling lijkt me heel legitiem.
,,God wil beslist niet ons lijden, maar het duurde
even voordat ik leerde dat Hij alle dingen laat meewerken ten goede. Dat
zeg ik niet clichématig. Ik heb met mijn scherven huilend aan zijn voeten
gezeten.”
Afgewezen
Wat voelde je?
,,Het voelde alsof ik als vuilnis aan de straat was
gezet. Het was ook niet de eerste keer dat er sprake was van overspel. Dus er
komt ook nog zoiets bij als: ‘Heb ik me daarvoor zo ingezet om uiteindelijk
alsnog afgewezen te worden en huilend bij de puinhopen neer te gaan zitten?’
Het is een lange weg om jezelf daarna te hervinden, om je te realiseren wie je
bent en wie je mag zijn.”
Wat gaf je de kracht om door te gaan?
,,Ik denk vooral de kinderen. Met op de bank zitten
kom je er niet. Ik begrijp heel goed dat je je verlamd voelt omdat de pijn
hartverscheurend is. Ik heb mezelf ook verlamd gevoeld, maar gelukkig ook mijn
pijn en verdriet kunnen delen met mensen in mijn omgeving die ik betrouwbaar
vond. Na een aantal weken ben ik gaan werken en heb ik mijn eigen pijn even
geparkeerd. Gewoon omdat ik er voor de kinderen wilde zijn. Voor hen was de
situatie ook verdrietig en pijnlijk. Zij hadden er niet om gevraagd.”
Geen antwoord
Jij ook niet. En daarmee heb je jezelf nog
niet hervonden.
,,Klopt. Dat is een lang proces. Ik voelde me voor
lange tijd waardeloos, zonder waarde. Die afwijzing, namelijk dat mijn man mij
verliet voor een ander, greep diep in. Zoiets raakte mijn wezen, omdat ik mij,
net als iedereen, geliefd wil voelen. En daarbovenop had ik een geloofscrisis,
omdat ik niet begreep waarom God geen herstel gaf. Eigenlijk heb ik daar nog
steeds geen antwoord op. Wel weet ik dat het hart van mijn ex-man niet gewillig
was. En God gaat niet voorbij aan de wil van een mens. Dat is dus heel bepalend
voor hoe het verder gaat. Bovendien wist ik één ding zeker: ik wilde niet dat
mijn leven voorgoed verziekt zou zijn. Ik zag vrouwen die na een scheiding
enorm verbitterd raakten door wat hun was aangedaan. Dat wilde ik niet; ik
moest iets doen.”
Wat heb je gedaan?
,,Allereerst beseffen dat ik boos mag zijn en een diep
verdriet mag hebben. Rouwen is toegestaan en niemand bepaalt hoe lang dat gaat
duren, behalve ikzelf. Maar ik maakte ook de keus om te zeggen dat mijn erkenning
en mijn gevoel van waarde niet afhankelijk zijn van een ander. Die zou ik zeker
niet krijgen van de man die mij niet meer zag zitten! Ik nam afscheid van mijn
verwachtingen die ik voor mezelf en mijn gezin had, zoals samen een christelijk
gezin vormen en zo tot zegen zijn voor elkaar en onze omgeving.” Marian
beschrijft dat ook heel concreet in haar boek als advies aan anderen, namelijk
hoe je je losmaakt op emotioneel terrein. Het voelt bijvoorbeeld onrechtvaardig
om niet te ontvangen waar je eerlijkheidshalve wel recht op hebt: ‘Realiseer je
dat je je openstaande rekening niet uitbetaald zult krijgen. Neem afscheid van
die verwachting.’
Anderen steunen
Marian vervolgt: ,,Na verloop van tijd realiseerde ik me dat het in mijn verdriet nog steeds draaide om ik, ik, ik. Mijn collega wees me erop dat het toch altijd mijn verlangen was om me in te zetten voor anderen? Zou ik dat niet kunnen gaan doen, juist door wat ik had meegemaakt? Ik herinnerde me hoe ik op Cuba mensen had ontmoet die pittige moeilijkheden te verduren hadden gekregen, maar toch rotsvast geloofden dat God voor hen bleef zorgen. God beschermt mij niet tegen moeite en verdriet. Maar hoe kan ik, vervuld met zijn liefde, rust en vrede, toch anderen helpen? Dit is geen vraag die je jezelf de eerste dagen na een zware klap stelt, maar die gaandeweg wel verdieping krijgt. Omdat je, of tenminste ik, niet wilt berusten in je lot van afwijzing. En God was genadig. Ik heb heel veel liefde mogen ontvangen van de mensen om mij heen. Ik mag nu door mijn werk anderen steunen bij hun verwerking van een echtscheiding.”
Goud
,,Had ik de afgelopen periode willen missen? Ja en
nee. Ja, vanzelfsprekend. Ik had met mijn ex-man gewoon samen willen zijn. En
ja, niets is zo pijnlijk als je ziet dat je kinderen lijden onder jouw fouten,
dat ze emotionele schade oplopen door iets wat volwassenen hun aandoen, hoewel
ze er gelukkig sterk uit gekomen zijn. Maar ook nee, God was heel dichtbij. Ik
heb dwars door de moeite heen God leren vertrouwen als een God die voor me
zorgt, die geen situatie onbenut laat om me te vormen. Dat voelt niet altijd
als opbouwen, soms lijkt het wel of Hij me alleen laat. Maar ik ben milder
geworden, ben meer begaan met de gebrokenheid van anderen. En ik heb een liefde
gekregen voor mensen die minder geslaagd door het leven gaan. Ik moet denken
aan kintsukuroi, een vorm van Japanse
kunst, waarbij men gebroken aardewerk herstelt met onder meer goud. Dat is bij
mij gebeurd. Door genade mag ik me weer van waarde voelen.”