Mijn zus wil scheiden en vertelde me dat in vertrouwen. Haar man weet niet dat ze in stilte een zelfstandig leven voorbereidt. Hij zei me onlangs dat hun relatie een ‘dipje’ heeft en wel weer bijtrekt. Ik heb nu het gevoel dat ik hem bedrieg, maar wil ook het vertrouwen van mijn zus niet schenden. Hoe moet ik me gedragen?
Uw zus heeft u in een lastige positie gebracht: weten en zwijgen, in allerlei opzichten staan vertrouwen, loyaliteit, integriteit op het spel. Afgezien van uw eigen hartzeer om deze wending. Misschien bent u altijd zo verbonden geweest dat u van jongs af gedachten en hartsgeheimen deelde. Uw zus heeft in elk geval redenen om haar voorgenomen scheiding wel met u te bespreken en niet met haar man. Het zal er in dit antwoord niet om gaan om een oordeel te geven, dat past me niet. Het hart van uw zusje kent zijn redenen.
‘Ik wil het vertrouwen van mijn zus niet schenden’
De vraag is: wat kunt of moet u doen. Ik vrees: weinig. Het is altijd hachelijk je als familielid op te stellen als raadgever/mediator/counselor/pastor/hulpverlener. Uw zus vraagt dat blijkbaar ook niet. U kunt haar wel vragen wat haar reden is om u te betrekken bij haar geheim, wat ze van u verwacht en nodig heeft. U kunt haar vragen of ze zich realiseert wat dat betekent voor uw relatie met uw zwager, en of zij een raad voor u heeft hoe u zich hiermee moet verhouden zonder dat vertrouwen, loyaliteit en integriteit onder druk komen. U kunt haar vragen open te zijn tegenover haar man en samen hulp te zoeken. Als hij niet gewelddadig is, zou dat de schade later kunnen beperken. Ten slotte kunt u vragen u niet met informatie te belasten waar u verder niets mee kunt.
Misschien hebt u wel veel begrip voor haar. Of juist voor uw zwager. Maar ook met een pleister op de mond kunt u voor hen beiden bidden en hun ook zeggen dat u dat doet.
Deze vraag aan de e-pastor is eerder gepubliceerd in Elisabeth Magazine (2018, editie 21). Wil je ook de Elisabeth ontvangen? Dat kan al voor 2,75 euro per maand. Neem een abonnement of lees meer antwoorden op prangende vragen.
Tekst: Margriet van der Kooi
Beeld: Cottonbro via Pexels