Ineke de Boer werkt al meer dan 25 jaar in het hospice in haar woonplaats Nijkerk. Het hospice biedt palliatieve terminale zorg aan ongeneeslijk zieke mensen vanaf 18 jaar, met een levensverwachting van korter dan drie maanden. Luisteren, luisteren en nog eens luisteren, daar gaat het om in een hospice, zegt Ineke. ,,Luisteren zonder oordeel. Maar ook humor is belangrijk.”
‘Ik vind het zo intiem als je dat laatste stukje van iemands leven mag meemaken’
In september 2018 bestond het hospice in Nijkerk 25 jaar. Jij werkt er het langst als vrijwilliger. Hoe is dat zo gekomen?
,,Toen indertijd het eerste hospice in Nederland openging – Kuria in Amsterdam – dacht ik: ‘Als zoiets ook eens bij ons in Nijkerk zou kunnen komen!’ Dat leek me geweldig! Toen ik een tijd later in de plaatselijke krant een advertentie las dat er mensen nodig waren voor een hospice in Nijkerk, wist ik: ‘Yes, ik ga solliciteren.’ Mijn jongste dochter ging net naar de middelbare school en daardoor kreeg ik na het runnen van mijn grote gezin ruimte voor andere dingen: niet alleen ‘moeder’ of ‘vrouw-van’ zijn, maar gewoon als Ineke met mijn gaven en talenten aan de slag gaan.
Ik had vroeger mijn verpleegkundige opleiding in het Dijkzigt-ziekenhuis (nu Erasmus MC) in Rotterdam gedaan. Daar moest altijd alles uit de kast worden gehaald om mensen beter te laten worden. Het was meestal heel hectisch, er moest steeds acuut gehandeld worden: infusen, reanimeren, et cetera. Mijn beeld van een hospice was: daar is dat allemaal niet meer nodig. Ik verlangde ernaar om er in alle rust voor de gasten te kunnen zijn, in een sfeer waarin niks meer hoeft en niks meer moet. En zo is het in de praktijk ook geweest: vanaf het eerste moment 25 jaar geleden tot nu toe.”
Alle tijd
Jij hebt zoveel (zorg)gaven… waarom een hospice?Wat trekt je aan in het werken met en voor terminale patiënten?
,,Omdat het in een hospice over de meest wezenlijke dingen gaat. Alle buitenkant is niet meer belangrijk. Ik vind het zo intiem als je dat laatste stukje van iemands leven mag meemaken. Net zo intiem als betrokken zijn bij de geboorte van een kind. Je hoort in die maanden of weken zoveel verhalen van mensen, soms eenzaam omdat iedereen om hen heen al is overleden. Het zijn vaak verdrietige verhalen: wat hebben mensen veel meegemaakt.
Ik ben soms verbaasd dat mensen mij zoveel, en ook zulke intieme en persoonlijke dingen, uit hun leven vertellen, ook familieleden. Je bent echt een praatpaal. In een hospice is er ook alle tijd voor de mensen. Niks hoeft meer snel-snel-snel. Ik heb eens in alle rust en zonder haast midden op een dag heel lang bij iemand gezeten die voor het eerst van haar leven in bad zat. Dat kan in een hospice. Ook het verwennen spreekt mij aan: alles uit de kast halen om het de gast naar de zin te maken – met pijnbestrijding, maar ook gewoon met iets lekkers waar hij of zij trek in heeft. Ik ben eens in de stad een visje voor iemand gaan halen. Daar heeft ze maar een paar hapjes van geproefd, maar daar gaat het niet om. Mensen verwennen, dat doe je in een hospice.”
Als je al zo lang verbonden bent aan het hospice, dan heb je ongetwijfeld veel mensen begeleid bij het stervensproces. Hoe moeilijk is dat? Hoe leer je dat? Heb je daar een zekere training voor gekregen?
,,Mensen bijstaan in de laatste weken of dagen van hun leven maakt natuurlijk emoties bij je los. Zeker als het om jonge mensen gaat die komen om te sterven, soms nog met jonge kinderen. En naarmate ik ouder word, zijn het ook steeds vaker mensen van mijn leeftijd of jonger dan ik die sterven. Dan komt het dus dichtbij. In trainingen, maar meer nog in de praktijk van het werk, heb ik wel geleerd de dingen van het hospice niet mee naar huis te nemen: ‘mijn voeten te vegen’ als ik wegga, zoals we dat noemen. Daarmee ben ik geen koele kikker, maar dat is een keus om de emoties zoveel mogelijk in het hospice te laten.”
Luisteren zonder oordeel
Welke eigenschappen heeft een vrijwilliger in een hospice nodig om dit werk lang – en zeker zo lang als jij – vol te houden?
,,Luisteren, luisteren en nog eens luisteren. Luisteren zonder oordeel. Dat is voor mij best een leerproces geweest, want ik heb gauw mijn woordje en mijn oordeel klaar. Humor is ook erg belangrijk. Mensen kunnen soms bazig of irritant zijn. We hadden ooit een gast in het hospice die vroeger iets hoogs in het leger was geweest. Hij was gewend om te commanderen en hij commandeerde ons dus ook: doe dit of dat. Ik was dat op een gegeven moment zo zat dat ik in de houding sprong en zei: ‘Aye, aye, sir.’ Toen was het ijs gebroken en vanaf dat moment vroeg hij vriendelijk om dingen.
Ook vriendelijkheid is belangrijk als je in een hospice werkt. ‘Uw vriendelijkheid zij alle mensen bekend’, staat er in de Bijbel. Je leert in een hospice ook geduld. Gasten kunnen dingen eindeloos vaak vragen. Bij sommige gasten doe je het niet gauw goed. En toch moet je dan geduldig en vriendelijk blijven. Ten slotte moet je ook tegen een stootje kunnen, kunnen incasseren, niet gauw iets gek vinden. Ik heb in mijn gezin veel moeite en verdriet meegemaakt. Daardoor schrik ik niet gauw van iets – bijvoorbeeld van de conflicten met of verwijdering van kinderen, zelfs bij een sterfbed – en ben ik niet zo snel ondersteboven van iets.”
Dierbare momenten
Wat is je drive om hiermee door te gaan?
,,Ik vind dat ik de mooiste baan heb die er bestaat: liefde betonen aan mensen, er zijn voor mensen, voor hen zorgen. Dat is echt mijn drive. Ik weet me door God geliefd. Daardoor kan ik ook liefde aan anderen geven. Ik moet na zoveel jaar wel oppassen dat ik er niet aan ga wennen dat mensen sterven. Doodgaan blijft erg en verdrietig. Daar moet ik alert op zijn. En ik ervaar dat ik, naarmate ik ouder word, het werk fysiek zwaarder vind worden. Ik hoop het nog een tijdje te kunnen doen. Maar als het fysiek niet meer gaat, dan stop ik.”
Kun je iets vertellen over een van de dierbaarste momenten die je in het hospice beleefd hebt?
,,Ik heb in de afgelopen 25 jaar mooie momenten met gasten meegemaakt. De mooiste herinneringen heb ik aan de momenten dat ik iets vanuit mijn geloof kon delen. Bijvoorbeeld die keer dat iemand met zijn ogen dicht en zijn handen gevouwen lag. Ik vroeg: ‘Bent u aan het bidden?’ En hij zei: ‘Kon ik het maar!’ Toen heb ik gevraagd: ‘Zal ik voor u bidden?’ ‘Graag’, antwoordde hij. Dat heb ik gedaan. En God gaf vrede bij hem. Of al die keren dat ik gezongen heb bij onrustige mensen, soms bang om te sterven. Ik ken veel psalmen en gezangen uit mijn hoofd. Soms gingen mensen meezingen en werden ze rustig. Als ik dan later naar huis fietste, dacht ik: ‘Yes, daar doe ik het voor’.”
Dit interview is eerder verschenen in Elisabeth Magazine (2019, editie 4). Ook de Elisabeth ontvangen? Neem een abonnement. Ineke de Boer (73) is getrouwd met Ad de Boer en samen hebben ze zeven kinderen, zestien kleinkinderen en twee achterkleinkinderen. Ze werkte vanaf de oprichting van Hospice Arkemheen in 1993, later omgedoopt tot Hospice Nijkerk e.o., in verschillende functies zoals verpleegkundige, coördinator, zorgvrijwilliger en slaapwacht. In 2018 werd ze benoemd tot Lid in de Orde van Oranje-Nassau voor haar diverse soorten vrijwilligerswerk in haar woonplaats Nijkerk.
Tekst: © Elisabeth (Maria Stoorvogel)
Beeld: Elisabeth Ismail
Elisabeth is een magazine dat ingaat op actuele geloofs- en levensvragen van mensen van vandaag. Het biedt op persoonlijke manier bemoediging en steun vanuit het christelijk geloof. Dat gebeurt in een gevarieerde mix met verhalen van mensen over hoe zij het geloof vertalen naar hun dagelijks leven, met informatieve achtergrondartikelen en reportages over relevante thema’s, een pastorale vragenrubriek, herkenbare columns en gedichten. Er is ook volop plaats voor schitterende natuurfotografie, kunst, humor, psychologie en duurzaam leven. Het magazine richt zich op iedereen vanaf 50 jaar. Bent u nog geen abonnee? Bekijk dan onze abonnementen en word lid!