Door de wol geverfd is de debuutroman van journalist en familiemens Esther van Lunteren. Ze genoot van het schrijfproces, maar de verschijning van het boek dit jaar voelde niet als een feestje: ,,Iedereen kon er wat van vinden. Het voelde alsof ik in mijn nakie stond.”
Het uitkomen van je debuutroman zou een feest moeten zijn, maar hoe ging het echt?
„Op een ochtend werd het pakket met boeken thuisgebracht. Ik maakte de doos open, pakte een van de boeken, keek ernaar en dacht: ‘Oké, hij is er.’ Punt. Ik vroeg mijn zoon of hij een filmpje wilde maken van mij met het boek in mijn handen en ik deelde het op sociale media. Iemand reageerde: ‘Hier past een rondedansje bij!’ Dat was natuurlijk waar, maar ik voelde het niet. Ik dacht: laat ik mijzelf eerst maar eens bewijzen, voordat ik een rondedansje doe.”
Ondanks dat je al jarenlang schrijft…
„Dat klopt, maar het schrijven van een roman is heel wat anders dan het schrijven van een artikel. Het begin is hetzelfde. Als journalist heb je de taak om de dingen in een breder perspectief te zetten. Je wilt duiden wat er in de wereld gebeurt. Zo ben ik ook de roman begonnen. Welk verhaal wil ik vertellen? Wat is de aanleiding? De duiding? Daarna moet er een lang verhaal op papier gezet worden. Dat is compleet anders.”
Welk verhaal wilde je vertellen?
„Ik hoor mezelf best vaak klagen. Je kent het wel. Mopperen dat je niet weet wat je aan moet trekken. Tegelijk ben ik mij er sterk van bewust dat er meer slaven op de wereld zijn dan in de tijd van de VOC. Daar wilde ik iets mee doen. Door een artikel dat ik schreef voor ZIEN., het magazine van THDV (Tot Heil des Volks), deed ik research naar de armoede die zich vroeger in ons land afspeelde. Het liet mij niet los. Zo ontstond de verhaallijn van Flora die in 1832 werkte in de textielindustrie, en van Merel die vandaag de dag familieadvocaat is. Twee vrouwen met een compleet ander leven en toch staan ze voor dezelfde keuzes. Het verhaal gaat over onrecht en verbinding.”
De hoofdpersonen uit je boek hebben een gezin. Uit wat voor gezin kom je zelf?
„Uit een fijn, christelijk gezin. Ik ben de oudste van vijf zusjes. Tijdens het schrijven dacht ik vaak: ‘Wat heb ik in mijn leven meegemaakt dat ik dit allemaal op mag schrijven?’ Ik ben zo gezegend. Ik herinner mij de fijne zomerdagen wanneer we rozenbottels stampten om een lekker geurtje te maken. Op mijn achttiende werd mijn jongste zusje geboren. Die dag voelt als een knip in mijn leven; ik heb een jeugd gehad zonder Joanne en daarna een leven met haar. Soms was dat leeftijdsverschil moeilijk. Ik zag bij vriendinnen dat ze gezellig met hun moeder gingen winkelen, maar dan moest mijn moeder op het schoolplein zijn. Ik ben bewust niet op kamers gaan wonen. Ik wilde geen ‘weekendzus’ worden. Inmiddels is Joanne zeventien en ik geniet enorm van haar.”
Je hebt zelf een gezin met drie jongens. Realiseer jij je weleens hoe het was geweest als jij in de tijd van Flora geleefd had?
„Absoluut. Begin dit jaar viel onze tweede zoon uit het raam van de eerste verdieping van ons vakantiehuis. Een meter of vier naar beneden! Per ambulance reden we naar het ziekenhuis. Op de gang zag ik een grote groep artsen staan. Zij waren er voor mijn zoon! Zijn longen, botten, hersenen… Alles werd gecontroleerd en hij had niets. Ik realiseerde mij dat het heel anders af had kunnen lopen. Helemaal als ik geleefd zou hebben in de tijd van Flora.”
Je ervaart God in je leven. Was Hij er ook bij tijdens het schrijven van de roman?
„Wat leuk dat je dat vraagt, want Hem heb ik zeker ervaren. Het gebeurde regelmatig dat ik mijn tekst teruglas en me verbaasde over wat er stond. Het voelde alsof ik de woorden kreeg. Net als het thema verbinding. Tijdens het schrijfproces heb ik nagedacht over wat vriendschap voor mij betekent. Ik heb veel behoefte aan vriendschap én het is zo kwetsbaar. Ik ben een open boek en ben soms bang dat mensen dat niet leuk vinden. Dan ga ik mezelf begrenzen. Maar mag ik zijn wie ik ben? Ook als ik zeg wat ik denk? Ook in dit proces is God aanwezig.”
Wanneer komt je tweede boek uit?
„Daar ben ik over aan het nadenken. Ik heb echt weer zin om te schrijven, maar als er geen goed idee komt, dan geloof ik niet dat het de bedoeling is. God voorziet! Of ik ervoor bid? Nee. Tja, waarom eigenlijk niet? Misschien ben ik daar te nuchter voor. Het is ook gewoon werk. Maar het is best een goed idee, ik zal het vanavond meteen doen!”
Esther van Lunteren (1987) is auteur, journalist, hoofdredacteur van Sestra en docent. Ze blogt geregeld op haar eigen website karaktertekst.nl. Ze woont in haar geboortedorp Bodegraven met haar man Roel en hun drie zonen. Haar familie woont vlakbij, in hetzelfde dorp. Naast haar werk is Esther met twee van haar zussen in hun moestuin te vinden. Ook is ze voorlichter op scholen voor de internationale mensenrechtenorganisatie IJM.
Tekst: Hilde Kooij
Beeld: Marjan van der Meer
Dit interview komt uit het Levensverhaal van Esther van Lunteren in Elisabeth No 22-2022. Wil je meer interessante interviews en boekrecensies lezen? Neem een abonnement op Elisabeth Magazine en ontvang voortaan elke veertien dagen het magazine bij jou thuis!