fbpx
Home Interview Erik Koning: ‘Ik zie in Job een lotgenoot’

Erik Koning: ‘Ik zie in Job een lotgenoot’

door Maaike Sloetjes

 ,,Ik was alleen thuis toen ik gebeld werd: ‘Bram is zoek!’ Later die avond werd hij door de politie gevonden bij het spoor, zelfgekozen verongelukt. De kinderen waren op dat moment bij hun moeder. Ik was nog samen met de jongens naar Opwekking geweest. Een week later zouden we naar de EO-Jongerendag gaan. Bij deze jaarlijkse momenten komen de herinneringen terug.”

Erik Koning uit Deventer verloor in juni 2005 volkomen onverwacht zijn middelste zoon Bram (toen 13). Het was een enorme klap. Hij maakte ook andere tegenslagen mee, zoals een scheiding en baanverlies.

,,Ik merk dat ik er dit jaar door de coronacrisis minder mee bezig ben. Maar vannacht droomde ik opeens over Bram. Het was mooi, zoals eigenlijk alle herinneringen aan hem positief zijn. Natuurlijk zijn ze ook steeds gekoppeld aan zijn overlijden en de moeilijke tijd daarna. Deze week ruimde ik de zolder op en kwam ik opnieuw dingen van Bram tegen, zoals tekeningen. Dat raakte me. Bram was een leuke, lieve jongen. Het voelt heel dubbel. Wat heeft hem toch tot zijn dood gebracht?”

Heb je antwoord gekregen op die vraag?
,,Nee. Bram vond het soms moeilijk om naar school te gaan. Ik hield hem daarom weleens een dagje thuis. Maar verder is zijn dood een raadsel gebleven. Hij heeft niets achtergelaten. Werd hij dwarsgezeten, gepest? Speelde onze scheiding een rol? Had ik hem meer aandacht moeten geven? De eerste maanden na zijn dood heb ik hier veel over nagedacht. Iedere dag bij het opstaan dezelfde vraag: ‘Waardoor is Bram er niet meer?’ Op een gegeven moment zei ik tegen mezelf: ‘Erik, je moet hiermee stoppen, je komt hier niet verder mee.’ Toen heb ik een piekervrije vrijdag ingevoerd. Die had ik echt nodig om te voorkomen dat ik helemaal vastliep. Het duurde lang voordat het beter met me ging en ik weer activiteiten oppakte. Ik heb veel van me afgeschreven en maakte een reconstructie van wat er gebeurd kon zijn. Dat hielp bij de verwerking. Later heb ik in een lotgenotengroep meegedraaid; de herkenning deed me goed.”

Wat hielp jou in deze moeilijke tijd?
,,In deze zware periode was God er. Ik vond het lastig om te bidden, maar kon wel danken voor de goede dingen die ik zag. God was een Schuilplaats voor mij. In de tijd rond Brams overlijden las ik het boek Job. Job verloor al zijn kinderen, maar hij zegde God niet vaarwel. Het voelde alsof ik daardoor niet alleen was in mijn rouw, maar een lotgenoot had. Daarna las ik de Psalmen. Elke psalm kwam binnen, recht in mijn hart. Ik herkende alle gevoelens die worden beschreven. En dat God in alles dichtbij is. Ik heb ook enorm veel steun gehad aan mijn familie en mensen uit de kerk en de buurt. Vrienden hebben zelfs de eerste nachten bij mij thuis geslapen, zodat ik niet alleen was. Ik ervoer Gods zorg. Ik vond het belangrijk om naar de kerk te blijven gaan en de nabijheid van God te beleven, bijvoorbeeld in het zingen. Dat gaf ruimte voor mijn tranen.”

Ben je boos geweest op God?
,,Niet echt. Ik voelde wel een soort moedeloosheid. De scheiding, de dood van Bram, de banen waarmee het maar niet wilde lukken… Ik heb er altijd voor gekozen me niet tegen God af te zetten, maar met mijn verdriet, pijn en rouw naar God toe te gaan. Een tekst die enorm hielp, was Romeinen 8:38: niets kan me scheiden van de liefde van de Heer. Gescheiden van God leven – dat is wat veel mensen juist wél doen als ze pijn en verdriet hebben. Ik maak als conciërge weleens mee dat een kind op het schoolplein valt. Als ik dan de wond schoonmaak, steekt het even. Maar dat is wel nodig om te genezen…”

Erik Koning (1964) is geboren in Deventer en groeide op in Colmschate. Na de Evangelische Hogeschool studeerde hij geologie in Utrecht. Hij zegde de collegebanken vaarwel vanwege het onderwijs over de evolutie en ging aan de slag als ICT-er. Hij trouwde en werd begin jaren negentig met zijn vrouw door Wycliffe Bijbelvertalers uitgezonden naar Kenia voor praktische ondersteuning van een Nederlands vertaalteam en het managen van een conferentiecentrum. Hun twee oudste kinderen gingen mee. Terug in Nederland werd de derde geboren. Erik pakte na terugkomst verschillende banen aan, van pompbediende tot bloemenbezorger. Momenteel is hij conciërge op een evangelische basisschool en vrijwilliger bij klooster Nieuw Sion in Diepenveen. Met een zoon runt hij ook nog een fietsgidsbedrijfje.

Lees het hele interview in Elisabeth nr. 17.

Tekst: © Elisabeth (Leo Polhuys)
Beeld: Carla Manten

Elisabeth is een magazine dat ingaat op actuele geloofs- en levensvragen van mensen van vandaag. Het biedt op persoonlijke manier bemoediging en steun vanuit het christelijk geloof. Dat gebeurt in een gevarieerde mix met verhalen van mensen over hoe zij het geloof vertalen naar hun dagelijks leven, met informatieve achtergrondartikelen en reportages over relevante thema’s, een pastorale vragenrubriek, herkenbare columns en gedichten. Er is ook volop plaats voor schitterende natuurfotografie, kunst, humor, psychologie en duurzaam leven. Het magazine richt zich op iedereen vanaf 50 jaar. Bent u nog geen abonnee? Bekijk dan onze abonnementen en word lid!

Copyright © Royal Jongbloed All Rights Reserved